“Er zijn vele wegen die naar wéér een nieuwe website leiden”

Appelflappen uitdelen om steeds beter overzicht te krijgen, de hoeveelheid websites terugdringen en bestuurders laten ervaren hoe het is om een beperking te hebben. Wat komt er allemaal bij kijken als je als grotere organisatie werkt aan digitale toegankelijkheid? Eén ding is zeker: “Digitale toegankelijkheid is een onderwerp dat blijft en nooit ‘klaar’ is. Je kunt er maar beter grip op krijgen.”

Job Pantjes (links) van het Ministerie van I&W in gesprek met Marc van Kollenburg van gemeente Nijmegen staand achter een desk voor het seminar van DigiToegankelijk en RADIO

Job Pantjes is projectleider digitale toegankelijkheid & verplichte richtlijnen websites bij de Bestuurskern van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Job en Marc van Kollenburg, accountmanager team Online bij de gemeente Nijmegen, delen hun ervaringen met werken aan digitale toegankelijkheid.

Duizenden domeinnamen

Grip en overzicht krijgen is cruciaal. Zeker als je zoals Job te maken hebt met de 175+ websites en apps die het ministerie telt. Job vertelt over het rijksbrede domeinnaamregister, waarin duizenden rijksdomeinnamen vermeld staan. “Dit vormde onze basis om zicht te krijgen op aantallen. Alleen, dit register is niet helemaal up-to-date.” 

Job en zijn webexpertiseteam hebben daarom ook zelf de voelsprieten uitstaan. “We kijken goed om ons heen. Als we bijvoorbeeld op LinkedIn zien dat een minister een campagne lanceert, dan weet je dat daar waarschijnlijk een website voor is gemaakt. We hebben ook een digitaal loket opgezet. We doen in onze organisatie de oproep: ‘Heb je een website? Meld deze aan bij het Webloket.’ Dit bij elkaar zorgt voor steeds beter overzicht en inzicht.”

Appelflappenlijst

Begin met overzicht creëren, vindt ook Marc. Hij legde zelf een lijst aan met Nijmeegse websites. Marc: “Ik wist dat daar ongetwijfeld van alles aan zou mankeren en ontbreken. Er zijn altijd projectwebsites, tijdelijke websites of sites die vanuit een samenwerking ontstaan. Ik heb daar niet altijd zicht op. Maar het begin was er met die lijst. Toen heb ik gezegd: ‘Iedereen die mij een site kan noemen die hier nog niet op staat, krijgt een appelflap!’”

Zo is de Nijmeegse appelflappenlijst geboren, met iets meer dan 100 websites en apps erop. “Het viel gelukkig best mee hoeveel appelflappen ik uiteindelijk heb moeten uitdelen.”

Iedereen die mij een site kan noemen die hier nog niet op staat, krijgt een appelflap!

Wees-website zoekt ouder

Als je eenmaal een lijst met websites en apps hebt, wat dan? Wie is er verantwoordelijk voor de digitale toegankelijkheid? Zijn dat de afdelingen of is er één centrale eigenaar? Marc is voorstander van decentrale verantwoordelijkheid. “Je hebt liever te maken met iemand die meteen actie kan ondernemen, dan met één bestuurder die iets moet uitzoeken, navragen of teruggeven.” Van een hoop websites was het eigenaarschap onbekend. Marc: “We hebben die websites ‘wees-websites’ genoemd. En we deden de oproep: ‘We zoeken een ouder. Wie adopteert deze wees-website?"

Stoppen of doorgaan

Het gesprek aangaan met de eigenaren, en in het geval van Nijmegen ook de ‘adoptieouders’, is een volgende stap. Is de site wel echt nodig? Is de functie of het doel van de website dusdanig belangrijk dat de kosten van verbeteren van toegankelijkheid te verantwoorden zijn? Is het een idee om te stoppen met de website of deze over te zetten naar een andere oplossing?

Jobs ervaring is dat mensen al snel zeggen dat een site ‘echt nodig’ is. “Als je dan laat zien hoe weinig de site wordt bezocht of hoeveel werk het kost om deze te verbeteren, gaan mensen overstag. Dan zeggen ze: ‘Laten we ermee stoppen of laten we doorgaan en deze informatie toevoegen aan bijvoorbeeld de hoofdsite.’” Zowel in Nijmegen als bij het ministerie van I&W is sinds het voeren van deze gesprekken het aantal websites en apps flink teruggedrongen.

Bewustwording staat centraal

Als je wilt werken aan digitale toegankelijkheid, kun je niet zonder de steun en betrokkenheid van bestuurders, afdelingshoofden en andere leidinggevenden. Zij moeten dit ook belangrijk vinden, zodat zij er geld, middelen en mensen voor beschikbaar stellen. En zodat het onderwerp een plek krijgt in beleid, plannen, agenda’s en aanbestedingen voor nieuwe producten. Job organiseert daarom sessies met bestuurders waarin hij het gesprek hierover aangaat.

Job: “Veel mensen snappen niet zo goed wat er komt kijken bij ‘werken aan digitale toegankelijkheid’. Zaken als beveiliging snapt iedereen wel, je wilt niet dat je site gehackt wordt. Bij toegankelijkheid heb je meer uitleg nodig.” Om het gesprek beter te kunnen voeren, maakte Job met een business cartoonist een zogenaamde praatplaat. “We hebben vier pagina’s aan richtlijnen en onderwerpen in één A3 gevat. Dit maakt een gesprek veel efficiënter en prettiger.”

We laten bestuurders ervaren hoe het is om kleurenblind of slechtziend te zijn, met behulp van speciale brillen.

Weten wat er allemaal speelt op het vlak van digitale toegankelijk is belangrijk. Maar erváren beklijft. Daarom staat Job het liefst niet al te lang inhoudelijk stil bij de toegankelijkheidsverklaringen en toetsen. In zijn gesprekken met bestuurders staat bewustwording eerst centraal. “Hoe is het om te leven met een beperking? We laten bestuurders ervaren hoe het is om kleurenblind of slechtziend te zijn, met behulp van speciale brillen. Of we laten een filmpje zonder geluid en zonder ondertiteling zien. Of je nu slechthorend bent of in een stiltecoupé zit en je geluid niet kunt gebruiken: zo’n filmpje zonder ondertiteling maakt meteen duidelijk wat digitale toegankelijkheid of ontoegankelijkheid in dit geval betekent.”

Blijven monitoren

Werken aan digitale toegankelijkheid is nooit klaar. Job: “Ik zeg regelmatig: ‘Er zijn vele wegen die naar ‘wéér een nieuwe website’ leiden’. Een nieuwe website is niet per se erg. Maar dit betekent wel dat je moet voldoen aan de richtlijnen en dit blijvend moet monitoren. Dat je afspraken moet maken over eigenaarschap en bijbehorende verantwoordelijkheden in een organisatie. En dat je afspraken moet maken met leveranciers van de website.”

Marc sluit zich daarbij aan en adviseert: “Haal je websites regelmatig door een spreekwoordelijke carwash. Hoe staat het nu met toegankelijkheid? Wat kan beter, wat moet beter? En wees kritisch: is een nieuwe site echt het juiste middel voor wat je wilt bereiken? Heb je de site over een jaar nog steeds nodig? Grip krijgen is één ding, maar grip houden is een blijvende uitdaging.”

Wil je meer weten over digitale toegankelijkheid van jouw organisatie? Bezoek het dashboard op dashboard.digitoegankelijk.nl. Wil je dit gesprek terugzien? Kijk dan naar het webinar dat DigiToegankelijk samen met RADIO maakte tijdens de Week van de Toegankelijkheid.