Waar sta je op de Toegankelijkheidsladder?

Zeven vragen die je helpen inzicht te krijgen

Ontdek hoe volwassen jouw organisatiecultuur is als het gaat om digitale toegankelijkheid. Deze vragenlijst is bedoeld om te bepalen waar jouw organisatie staat op de toegankelijkheidsladder. Beantwoord voor elk van zeven belangrijke thema's één vraag. Kies bij iedere vraag welke stelling het beste bij jouw organisatie past. Zo zie je per thema op welke sport van de ladder jouw organisatie staat.  

Kies bij voorkeur samen met managers of bestuurders welke stellingen het beste passen bij jouw organisatie. Je kunt deze stellingen gebruiken om met elkaar in gesprek te gaan en de vervolgstappen te bepalen. Als verschillende personen een andere stelling kiezen, heb je iets om over verder te praten. Valt de uitkomst op sommige thema’s heel erg tegen? Niet erg! Nu je weet waar het mis gaat, kun je er ook wat aan doen. 

Stellingen komen overeen met sporten op de ladder

Interpretatie van het resultaat

  • Hoe hoger op de ladder, hoe beter de borging van het thema geregeld is.
  • De cultuur kan op het ene thema passief zijn en op het andere vooruitstrevend.
  • Het thema met de laagste score heeft de meeste aandacht nodig. Dit heeft namelijk invloed op de andere thema’s.
  • De laagste score bepaalt daarom de totaalscore van de organisatie. 

1. Inzicht in de verantwoordelijkheden

Wanneer heb je goed inzicht? 

  • We hebben een goede inventarisatie van alle interne en externe websites en apps.
  • We weten welke websites en apps onder de verantwoordelijkheid van onze organisatie vallen.
  • We hebben een plan om deze websites en apps toegankelijker te maken.
  • We rapporteren de voortgang van de toegankelijkheid van onze websites en apps in het toegankelijkheidsregister. Met een A-, B- of C-status voldoe je aan de wet.

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: We hebben geen idee hoeveel websites en apps er zijn. We hebben nog weinig verklaringen. 
  • Stelling 2: Dat is een keer geïnventariseerd, maar wordt niet bijgehouden. We hebben niet voor alles een verklaring. 
  • Stelling 3: We hebben wel een beeld en hebben voor al deze websites en apps een verklaring. We weten niet zeker of ons beeld compleet is. Voor de belangrijkste hebben we ook een plan.
  • Stelling 4: We hebben een goed beeld van interne en externe kanalen. We hebben voor alle url’s ook een passend plan van aanpak. 
  • Stelling 5: We hebben voor alles een verklaring. We werken naar volledige toegankelijkheid voor onze eigen websites en apps. We inspireren anderen ons voorbeeld te volgen.

2. Borging in strategie en beleid

Wanneer is toegankelijkheid goed geborgd in strategie en beleid? 

  • Toegankelijkheid is opgenomen in de strategie van mijn organisatie.
  • Toegankelijkheid is uitgewerkt in het beleid van mijn organisatie.
  • We hebben meetbare doelen gestelde en rapportages (met bijvoorbeeld KPI's) ingericht.
  • Processen rondom toegankelijkheid worden bijgesteld, bijbehorende budget en middelen worden toegewezen.
  • Kennis over toegankelijkheid wordt uitgebreid en de beschikbare fte's passen bij de strategie over toegankelijkheid.

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: Digitale toegankelijkheid is niet benoemd in onze strategie.
  • Stelling 2: Digitale toegankelijkheid is benoemd in onze strategie, maar er is onvoldoende budget en uitwerking in beleid.
  • Stelling 3: Digitale toegankelijkheid is onderdeel van onze organisatiestrategie en beleid. Er is budget voor gereserveerd.
  • Stelling 4: Digitale toegankelijkheid is onderdeel van onze strategie en beleid. Er is budget en de rapportages zijn ingericht. We sturen actief op verbetering van onlinekanalen.
  • Stelling 5: Digitale toegankelijkheid is vanzelfsprekend onderdeel van onze strategie en is uitgewerkt in beleid. We sturen op volledige toegankelijkheid van al onze kanalen.

3. Goed ingerichte processen

Wanneer zijn processen goed ingericht voor digitale toegankelijkheid?

  • We hebben goede interne processen rondom het inkopen van apps, websites en documenten.
  • Onze leveranciers kennen onze eisen op het gebied van toegankelijkheid. Zij zijn verantwoordelijk voor de realisatie ervan.
  • Tijdens ontwerp, ontwikkeling, testen en lancering houden we rekening met toegankelijkheid.
  • De toegankelijkheid van content is gewaarborgd.
  • We betrekken de eindgebruiker in onze processen. 

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: Er is geen aandacht voor digitale toegankelijkheid in onze organisatieprocessen.
  • Stelling 2: In de belangrijkste organisatieprocessen wordt digitale toegankelijkheid genoemd, bijvoorbeeld bij de inkoop van een nieuwe website of app.
  • Stelling 3: Digitale toegankelijkheid is vastgelegd in onze processen.
  • Stelling 4: Digitale toegankelijkheid is onderdeel van onze processen. We nemen de eisen proactief mee in alle projectfasen.
  • Stelling 5: We hebben interne organisatieprocessen en processen met externe leveranciers en eindgebruikers goed ingericht. Daardoor hebben we digitale toegankelijkheid geregeld in de gehele keten.

4. Voldoende middelen

Wanneer zijn er voldoende middelen voor digitale toegankelijkheid? 

  • Er is structureel budget beschikbaar, zodat medewerkers die verantwoordelijk zijn voor toegankelijkheid voldoende middelen en tijd hebben.
  • We nemen toegankelijkheid vanaf het begin mee in nieuwe apps, online documenten en websites.
  • We verbeteren stap voor stap bestaande interne en externe apps en websites.

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: We reserveren geen middelen.
  • Stelling 2: We reserveren tijdelijke middelen.
  • Stelling 3: We reserveren beperkte structurele middelen, dus moeten we prioriteren.
  • Stelling 4: We reserveren voldoende structurele middelen om onze toegankelijkheid structureel en duurzaam te verbeteren.
  • Stelling 5: Onze collega’s hebben ook ruimte om voortrekkersrol te pakken op het gebied van digitale toegankelijkheid.

5. Borging van kennis

Wanneer is kennis over digitale toegankelijkheid goed geborgd? 

  • Medewerkers hebben de kennis die nodig is voor hun rol. Ze kennen de wettelijke verplichtingen en weten wat er van hen verwacht wordt.
  • Informatie en trainingen zijn voor iedereen beschikbaar. 

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: Er is weinig tot geen kennis over toegankelijkheid bij onze medewerkers.
  • Stelling 2: Sommige medewerkers hebben trainingen gevolgd, vaak op eigen initiatief.
  • Stelling 3: Informatie en trainingen zijn beschikbaar. Vooral bij communicatie en ICT worden deze trainingen gevolgd.
  • Stelling 4: Alle relevante rollen (bijvoorbeeld ook inkoop, juristen, directie) hebben voldoende kennis.
  • Stelling 5: Beschikbare trainingen en documentatie worden niet alleen intern, maar ook extern gebruikt.

6. Optimaal ingerichte organisatie

Wanneer is de organisatie optimaal ingericht voor digitale toegankelijkheid? 

  • Toegankelijkheid is in de organisatie geborgd door duidelijke roltoewijzing.
  • Acties en verantwoordelijkheden zijn bij de juiste medewerkers belegd. Bij hoger management, juristen, inkopers en vormgevers, HR-adviseurs, trainers, communicatieadviseurs, redacteuren en testers. 

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: Acties en verantwoordelijkheden zijn niet belegd.
  • Stelling 2: Acties en verantwoordelijkheden worden ad hoc belegd als het nodig is.
  • Stelling 3: Acties en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd door hoger management.
  • Stelling 4: Acties en verantwoordelijkheden zijn in alle rollen belegd en worden actief ingevuld.
  • Stelling 5: Acties en verantwoordelijkheden worden ook actief geëvalueerd. 

7. Betrokkenheid mensen met een functiebeperking

Wanneer zijn de juiste mensen betrokken? 

  • We hebben contact met gebruikers en medewerkers met een functiebeperking.
  • Feedback van deze doelgroep gebruiken we om de bewustwording bij medewerkers te verhogen.
  • Feedback helpt ons om websites, online documenten en apps nog toegankelijker te maken. 

Welke stelling is voor jouw organisatie van toepassing?

  • Stelling 1: We hebben geen contact met ervaringsdeskundigen of belangengroepen.
  • Stelling 2: Als er iemand zich meldt met een probleem, lossen we dat op.
  • Stelling 3: We vragen ervaringsdeskundigen actief om feedback.
  • Stelling 4: We betrekken ervaringsdeskundigen bij gebruikerstests.
  • Stelling 5: We betrekken ervaringsdeskundigen bij nieuwe ontwikkelingen.